En zo waren we allebei sportief in een verder bijzonder druk en gezellig weekend. Zaterdag ga ik Krien inschrijven voor de Engelse Mijlloop in Höksebargen. Krien moet werken en het inschrijven kan alleen nog maar live ter plekke. De zon schijnt en ik spring op de reesfiets voor een ritje. Het komt mooi uit, de rit naar het hardloopdorp gaat recht tegen de wind in. Ik geniet, op de kale vlaktes is het vechten geblazen met de wind, twee keer raak ik even naast de weg door een harde windvlaag.
Na het inschrijven knoop ik er meteen een lekker tochtje aan vast en met de wind dan weer tegen, dan weer mee fiets ik tegen kwart over vijf langs het kanaal Beschuitstad-Noordhoorn. Het is uitgestorven, geen mens te zien op de lege vlaktes. mijn jasje heb ik al vijftig kilometer geleden uitgedaan, ondanks de wind is het heerlijk lentewarm. Uiteindelijk ben ik op tijd in Industriestad om Krien op te halen. Samen fietsen we naar huis. Tot Krien haar grote teleurstelling tégen de wind in.
Zondag is het tijd voor de eerste echte seizoenstocht van de
Zondagse Fietsklup. Vorige week viel die in het water vanwege sneeuwval en gladheid, nu staat er niets in de weg, behalve de zomertijd en een beetje wind. Buurman Krattenstapelaar heeft voornamelijk last van de zomertijd. Als ik hem om een minuut of wat voor tienen een smsje stuur met de vraag waar hij toch blijft, blijkt dat hij 's nachts iets is vergeten. "
K#t uur te laat" verschijnt er tot drie maal toe in het schermpje van mijn telefoon. We spreken af hem thuis af te halen om vervolgens direct de grens over te steken.
Ik fiets aan kop en doe blijkbaar daarom de route. We maken een mooi rondje door het grensgebied en zijn een kilometer of vijftig
(een deel van de "langzame" ploeg zat afgelopen maanden niet op de fiets) later weer op ons honk. We drinken een sportdrankje en bespreken de toestand in de wereld. Dan is ook deze tocht weer achter de rug.