dinsdag 18 maart 2008

broembroem



"Hele lieve, lieve, lieve buren", denk ik als ik achter het stuur gezeten de straat uitrij. Ik ben net overvallen door mijn buren die mij als kado een proefles hebben aangeboden en wel per direct.
Ik heb net een superstressvolle dag achter de rug in twee rechtbanken, met zaken die giga uitlopen, een Provinciehoofdstadse rechtbank die besluit eerder te beginnen met zaken en dan, als ik daas en bezweet uit de trein kom rennen, besloten heeft het toch niet te vervroegen waardoor het verschrikkelijk uitloopt.
Dat er "iets" gaat gebeuren blijkt als ik Krien eerder op de dag vertel dat het nog wel eens erg laat kan worden vandaag. Aarzelend komt er uit dat er iets gaat gebeuren en wel om zeven uur scherp. Wat er ook gebeurt, ik moet om zeven uur thuis en paraat staan. De stressfactor schiet nog een beetje verder omhoog, zeker als de zaak van kwart voor vier zich tergend langzaam voortsleept, in tegenstelling tot de kogels die als aanleiding van de zaak rondvlogen door de Provinciehoofdstadse binnenstad.
Ik kan uiteindelijk niets anders doen dan de zaak de zaak te laten en voor de eerste keer in mijn carrière zonder eis de rechtbank te verlaten. Op het station gaan de deuren van de trein naar Textielstad voor mijn neus dicht en blijf ik achter. het gaat goed, het gaat lekker!
In een, volgende, trein terug beginnen de telefoontjes. Ik moet iets makkelijks en comfortabels dragen draagt Buurman Krattenstapelaar me op. Ik heb geen idee wat er gaat gebeuren, maar ideeën van droppingen aan de andere kant van de grens komen in me op. Zeker als ik een kaartje krijg van de voltallig uitgerukte buurt met de tekst "goede reis, paspoort mee".
Dan moet ik meekomen naar buiten. Nietsvermoedend loop ik mee en kom een man tegen die zich voorstelt als zijnde een Hans en mij vertelt dat ik met hem meega. Dan pas zie ik de lesauto voor de deur staan. Een BMW 5-serie voor de liefhebbers. kans om me zorgen te maken heb ik niet en even later zit ik, na een kort omweggetje langs het bijrijdersportier (gewenning), achter het stuur. Ik krijg een verhaal over motoren en schijven die elkaar raken en dan gaan we met een flinke vaart op pad. "Even de buren imponeren" zegt de Hans, die tijdens het wegrijden de pedalen bedient. Driehonderd meter verder, uit het zicht van de buurt, maar net niet ver genoeg om te voorkomen dat ze zien dat ik bijna een van rechts komende auto ram, krijg ik uitleg.
Links koppeling, rem in het midden, te bedienen met de rechtervoet merk ik even later als ik beide pedalen tegelijkertijd moet bedienen en tot slot het gaspedaal rechts. Dan nog een verhaal over versnellingen, spiegels en ver vooruit kijken en we gaan echt op pad.
In een droom rij ik, met horten, stoten én af en toe een snelheid van 20 kilometer naar Grensdorp. Het is moeilijk, koppeling in, versnelling in z'n twee, drie of wat dan ook, in combinatie met sturen, letten op verkeersborden, fietsers zonder licht, geparkeerde auto's en meer.
Het zweet staat me op de handen die krampachtig het stuur vasthouden. Als op de reesfiets wil ik bochten insturen, binnendoor en scherp. Het mag niet. Ondertussen praat de Hans door terwijl hij instructies geeft en af en toe het stuur corrigeert. Ik heb een afwijking naar rechts merk ik als ik tijdens het schakelen een hand van het stuur haal. De Hans grijpt gelukkig in en stelt me op mijn gemak. Ik heb het stuur zo krampachtig vast dat het vanzelf wegschiet als ik loslaat. "Je zult morgen wel spierpijn hebben" zegt de Hans, "het stuur hoeft niet in tweeën".
We rijden verder en komen op rustige achteraf weggetjes terecht. Fietsweggetjes, hier ken ik de weg goed en op slag ben ik wat zekerder. In mijn hoofd voel ik het ruisen van de wind en ik durf het gaspedaal verder in te trappen. De Hans moet mij temperen, in een auto ben ik een fan van verkeersdrempels. Kaboem, we vliegen er over heen.
Ik probeer echt goed mijn best te doen, in mijn hoofd repeteer ik vast de handelingen die ik over vijfhonderd meter moet uitvoeren. Het lijkt goed te gaan. Dan rijden we de stad weer in. Bij de chicanes rij ik langs het digitale snelheidsbord. "Dank U" geeft het aan. Ik durf bijna niet zeggen waarom het bord zo vriendelijk is. Zevenendertig rij ik, en geen kilometer harder.
Thuisgekomen staat de hele buurt op straat. Applaus klinkt en ik besluit dat ze "hele lieve, lieve buren" zijn.

3 opmerkingen: