vrijdag 13 november 2009

!!!!!!!!!!


Hij draait zich om, kijkt mij vragend aan, wijst driftig op een papiertje en begint op luide toon tegen me te spreken. Ik versta hem niet. De toon wordt luider, de blik indringender en het getik op het papiertje driftiger. Inmiddels heb ik mijn koptelefoon al afgedaan, maar nog begrijp ik de man niet. Gefascineerd kijk ik naar zijn Lombroso-achtige hoofd, hij heeft een grote spleet tussen de tanden. Ik probeer hem te volgen.
Er volgt een nieuwe brij van geluid waaruit ik opmaak dat hij tracht om Oosterbuurs te praten. De taal wordt echter ernstig verwrongen en ik waag een gok. "Wir sind in Industriestadt" roep ik triomfantelijk. De man zucht heel diep, tikt driftig op het papiertje, houdt het voor mijn neus en braakt opnieuw dwingend onverstaanbare klanken uit, opnieuw een fractie luider. Uit de geërgerde blik in zijn ogen begrijp ik dat hij niet zit te wachten op deze kennis.
Dan snap ik het. Hij wil naar "SSSSCHKIPKOL"! Meneer Kierewiet wil vliegen. Ah, we zijn een stap verder in deze inmiddels doldwaze communicatie. Om ons heen is iedereen inmiddels stil en kijkt vol verwachting onze kant op. "NEIN" roep ik, "DIESE GEHT NICHT NAAR SKIPKOL, SIE MUSSEN ÜBERSTEIGEN". Wild begint de man om zich heen te kijken en ik kan hem nog net geruststellen; "NICHT HIER!".
Daar komt het papiertje weer. Inderdaad, daar staat, in een bijna onleesbaar handschrift te lezen, het overstapstation. Ik wijs op het papiertje en knik heftig"JA, DO MUSSEN SIE ÜBERSTEIGEN"*! Geruststellen doet die mededeling de man niet. Nog paniekeriger begint hij geluiden te produceren. Ik raak op dreef, want begrijp helemaal waar hij heen wil, het perronnummer voor de aansluiting. "AN DIE ANDERE SEITE" gebaar ik wild en wijs naar de andere kant van het perron. "HIER SIE, ZUG DO! ABER DAS DAUERT NOCH EINE STUNDE"
Opnieuw heeft die opmerking niet het gewenste effect. De man kijkt nog een paar keer boos naar mij, tikt nog een keer of drie op het papiertje en draait zich bruusk om.
Ik zet mijn koptelefoon weer op, scroll een paar liedjes terug en neem een slok koffie. Ah, de conducteur. Knipknipknip. Meneer Kierewiet trekt zijn vreemde treinkaart tevoorschijn en begint direct onverstaanbaar en oorverdovend de conducteur om dezelfde informatie te vragen. Ik zie de arme kaartjescontroleur verschrikt een paar stappen terug doen. Weer tikt hij op het briefje en weer herhaalt zich een gelijke conversatie als wij nog geen minuut geleden ook al hadden. Opnieuw wordt het doodstil in de coupé. De conducteur grijpt naar zijn zakcomputer en laat de man zien waar hij heen moet en hoe. Dan loopt hij door.
Even laat meneer Kierewiet zich terugzakken in de bank, dan buigt hij zich naar de man die ondertussen aan de andere kant van het gangpad is gaan zitten en wat blijkt? Beiden spreken dezelfde taal. Het briefje komt weer tevoorschijn en een drukke conversatie begint. Af en toe wordt er, al tikkende op het velletje papier, verwijtend mijn richting op gekeken. Inmiddels ben ik op mijn eindpunt en knik een keer vriendelijk terug, pak mijn tas, jas en fiets en verlaat de trein.
Ik hoop dat meneer Kierewiet een goede vlucht heeft gehad. Het zal in ieder geval niet saai geweest zijn.


(* vrij naar van Kooten en de Bie)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten