maandag 6 oktober 2008

gand



Op dag drie keren we de neus van mannetje richting de volgende kustplaats. Als we richting het strand lopen barst de hemel open. Even rennen we het strand op, maar al snel wordt het te gek. Dat was de plaats waar Hugo Matthysen zo mooi over zingt en we gaan snel verder. We volgen de lijn van de kusttram voordat we landinwaarts keren. Een openstaande brug houdt ons kort tegen, maar al snel rijden we de plaats van bestemming binnen.
De gastenkamer die we uitgezocht hebben is niet moeilijk te vinden, maar de "garage" in het koetshuis is niet makkelijk binnen te rijden. Het geeft niet, de Baas stuurt resoluut ons Mannetje naar binnen en even later zitten we in de tram, op weg naar een goed glas en De Rondvaart. Ja, we gaan proberen zoveel mogelijk vervoersmiddelen te gebruiken.
Over het goede glas heb ik reeds geschreven, daar maak ik geen woorden meer aan vuil. Alhoewel, tijdens het glas hebben we uitzicht op onze middagactiviteiten,het kasteelbezoek en de rondvaart over de Leien. Het kasteel is prachtig. Natuurlijk hebben we geluk dat het echte toeristenseizoen is afgelopen, we kunnen rustig rondkijken en ik kan zelfs nog een ongehinderde middeleeuwse plas doen. Het "gerechtsmuseum", een collectie martelwerktuigen waar je voluit AUW! tegen zegt, is interessant om te bekijken. Na het zien van de collectie ben ik wel blij met onze hedendaagse rechtsspraak.
Ondertussen hupst de Baas met zijn krukken overal doorheen. "Maar meneer, het zijn wel heel veel trappen hier" had de meneer aan de toegangspoort ons medegedeeld, maar de Baas wil alles zien. Als we naar buiten willen is de poort al dicht, maar onze hoop op een nacht in een "echt" kasteel vervliegt als de poortwachter plots opduikt en ons uitlaat. We stiefelen direct door naar de aanlegsteiger en wachten op de dingen die komen gaan. In de zon, dat wel.
De rondvaart, met een gidsmevrouw die werkelijk honderuit praat, is fantastisch. Vanaf het water zie je toch hele andere dingen. Het klooster, waar de paters "elkaar niet voor de voeten lopen, want er wonen en nog maar zeven" is enorm. Plek zat voor het abdijbier van de paters. Gand is een mooie plaats, links en rechts zien we prachtige plekjes om nog eens naar terug te gaan.
Na de vaart begint het te regenen en we zoeken snel een droge plek in een cafeetje. Als het opklaart gaan we naar een restaurantje. Een heerlijke bierstoofpot met frieten, we laten het ons smaken. Tenslotte lopen we terug naar de gastenkamer en drinken een borrel op de mooie dag en op die nog komen gaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten