Ik kom weer uit in Gildenshuis. Wel via een deels nieuwe en andere route, maar het wordt er niet anders van. Het maakt niet uit, hier kan ik in alle rust lekker klimmen. En dus fiets ik via de "normale" weg omhoog, een super Stokbroodkaasenwijnlandse weg, vol gaten, plakken asfalt, stenen en keien. Bij de molen duik ik, zonder adem te halen, direct weer links naar beneden, het bochtige klinkerweggetje af. Ik moet even uitwijken voor een tweetal knollen, maar beneden schakel ik terug en stamp omhoog. Zwaar, maar inmiddels begin ik voorzichtig het aantrekkelijke in te zien.
Bovenaan stop ik kort, voor een foto en een hap krachtvoer. Dan duik ik rechts van de molen naar beneden, achter een roodzwarte wielrenner aan. Ik krijg hem bijna te pakken en net als hij denkt dat ik hem ga inhalen knijp ik de remmen in en vlieg weer tegen de bult op. Opnieuw een compleet ander soort klim, een lang stuk niet al te steil maar de laatste dertig meters zijn zo steil dat ik als een bezetene moet terugschakelen. Een soort verkeersdrempel, zo voelt het bovenaan als ik het bultje overkloek.
Ik duik direct een andere kant op naar beneden en richt mijn blik richting huis. Eerst via de grote weg naar de grens en dan een stuk langs het spoor naar de Oosterbuurse hoofdstad. Vlak voor de grens fiets ik een peloton mountainbikers van een Carnavalsdorpse vereniging achterop. Ik schuif even aan, maar mijn snelheid is vele malen hoger en zo snel als het kan (een heel peloton bel je niet zomaar uitelkaar) schiet ik er met een luide "hoi" langs.
Ik ga me nog eens goed in mijn stuur hangen en stoemp tegen de wind in. Dit begin ik echt leuk te vinden, de kop in de wind. Ik zie mijn gemiddelde langzaam omhoog kruipen, niet naar de 30, die had ik op de heenweg al, maar van de 23 na het geklim kruipt de teller langzaam naar een hele mooie 28,10. Vlak voor Textielstad zie ik in de verte een collegawielrenner tegen de wind in zwalken. Ik beuk langs hem heen, groet en verdwijn uit zijn blikveld.
Even later rij ik bijna Rudi B. omver en sta ik bij een brand. Ik schiet wat plaatjes, groet mijn collega's en rees naar huis. Binnen een paar minuten later staan de foto's op de site. Vliegensvlug.
Nada Surf - Hi-Speed Soul
Bovenaan stop ik kort, voor een foto en een hap krachtvoer. Dan duik ik rechts van de molen naar beneden, achter een roodzwarte wielrenner aan. Ik krijg hem bijna te pakken en net als hij denkt dat ik hem ga inhalen knijp ik de remmen in en vlieg weer tegen de bult op. Opnieuw een compleet ander soort klim, een lang stuk niet al te steil maar de laatste dertig meters zijn zo steil dat ik als een bezetene moet terugschakelen. Een soort verkeersdrempel, zo voelt het bovenaan als ik het bultje overkloek.
Ik duik direct een andere kant op naar beneden en richt mijn blik richting huis. Eerst via de grote weg naar de grens en dan een stuk langs het spoor naar de Oosterbuurse hoofdstad. Vlak voor de grens fiets ik een peloton mountainbikers van een Carnavalsdorpse vereniging achterop. Ik schuif even aan, maar mijn snelheid is vele malen hoger en zo snel als het kan (een heel peloton bel je niet zomaar uitelkaar) schiet ik er met een luide "hoi" langs.
Ik ga me nog eens goed in mijn stuur hangen en stoemp tegen de wind in. Dit begin ik echt leuk te vinden, de kop in de wind. Ik zie mijn gemiddelde langzaam omhoog kruipen, niet naar de 30, die had ik op de heenweg al, maar van de 23 na het geklim kruipt de teller langzaam naar een hele mooie 28,10. Vlak voor Textielstad zie ik in de verte een collegawielrenner tegen de wind in zwalken. Ik beuk langs hem heen, groet en verdwijn uit zijn blikveld.
Even later rij ik bijna Rudi B. omver en sta ik bij een brand. Ik schiet wat plaatjes, groet mijn collega's en rees naar huis. Binnen een paar minuten later staan de foto's op de site. Vliegensvlug.
Nada Surf - Hi-Speed Soul
Geen opmerkingen:
Een reactie posten