maandag 7 mei 2007

ongelukken komen nooit alleen

Uit het bestelautootje (met het kenteken VS-32-VK) komt een brede kalende man die direct bedreigingen tegen Buurman Krattenstapelaar begint te uiten. Krattenstapelaar "moet ff normaal doen en niet raar want anders krijgt ie nog voordat de politie komt een portie klappen". Ook ik krijg iets dergelijks toegebeten.
We staan samen aan het begin van de Pieperdepiepstraat. K. is zojuist teruggekomen van een lange zondagstocht en is in de bocht frontaal in botsing gekomen met een blond asociaal geval op een bromding. K., die van rechts de straat in is komen zeilen, kon het mens niet meer ontwijken en koos ervoor om bovenop de vrouw te vallen. Onzacht in aanraking met straatstenen was een slechter alternatief vond hij.
Het eerste wat er uit de mond van het mens komt is "schadevergoeding". Ze wil direct schadevergoeding en belt de politie en de brede kale in zijn bestelauto. Met een zakdoekje dept ze wat bloed, negeert K. volledig en laat de bromding midden op straat staan. "Dat is bewijs" zegt ze. Zelf heb ik het duistere vermoeden dat er verschil is tussen de plaats botsing en de parkeerplek van het olielekkende geval, maar ik was er niet bij op het moment van impact. Helaas.

Gewaarschuwde buren houden ondertussen een oogje in het zeil nadat de kale man "raar" begint te doen. De politie laat ondertussen op zich wachten, voor een "gevalletje" als dit gaan zij niet haasten. Als Buurman Tatuutatuut, ambulancechauffeur en schoonzoon van onze voorzitter, eigenhandig de meldkamer belt duurt het maar twee minuten. Twee agentes stappen uit, kijken rond en roepen in een portofoon dat "extra assistentie" niet nodig is.
Het blonde mens stelt zich ondertussen op als het enige en echte slachtoffer. Opeens heeft ze "een gebroken pols" en ligt alle schuld bij K. "die als een idioot helemaal aan de verkeerde kant van de weg de straat in kwam vliegen". Ze wil opeens ook een ambulance ter plaatse, voor haar pols. Buurman Tatuutatuut grijpt in. Hij onderzoekt en stelt vast dat de pols in ieder geval niet gebroken is. Het blonde mens heeft plots minder praatjes en is binnen de kortste keren verdwenen. Net als haar pijn.
K. en ik vertellen de agentes over de woorden van de kale meneer, maar het maakt geen enkele indruk. Dan rijden ook zij weg en blijft K. achter met een zwaar verkreukelde fiets. Daar is echt geen meter meer op te rijden. Voor de schrik drinken we nog een biertje voordat K. zijn trots begeleidt op de laatste tocht.
K. zoekt nu een nieuwe fiets. Heeft iemand nog een mooi exemplaar staan?

1 opmerking: