Het is best koud en na een paar kilometer vraag ik me ook echt af waarom ik steeds weer op die fiets stap. Even later weet ik het antwoord, dankzij de overschoentjes en mijn fietswinterjas (lang leve neopreem) heb ik het niet koud meer, mijn wangen gloeien en de natuur heet mij welkom. Drie keer vliegt er vlak naast me een roofvogel op. Twee vliegen verbaasd een stukje met me mee. Een fazant steekt voor me de weg over en blijft van schrik een paar meter met me meerennen. Als de spieren warm zijn loopt alles soepel en weet ik weer waarom ik fiets. Omdat ik niet zonder kan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten