vrijdag 20 november 2009

tranen


Als ze huilend haar gezicht vertrekt ziet het er niet echt mooi uit. Ik zeg het maar voorzichtig. Ze is helemaal vanuit het “verre” westen van het land gekomen en straalt niet een erg stabiel beeld uit. Ellen zullen we haar maar noemen.
Ellen is een slachtoffer van het leven. Haar hele leven staat in het teken van de “foute” mannen. Deze keer een foute Oostblokker met wie ze door het hele land auto’s en bestelbussen huurde. Valse naam, nepadres in de buurt, vals rijbewijs en paspoort. De auto’s ziet de verhuurder niet terug, die gaan, met Ellen achter het stuur, linea recta richting het Oostblok waar ze spoorloos verdwijnen. Vrijwillig heeft Ellen het niet gedaan zegt ze, opnieuw met tranen in de ogen. Nee, Tito, de vriend van haar niet platonische Oostblokvriend, heeft haar gedwongen. Ze “moest” mee, anders werd haar hondje omgebracht. En haar hondje, dat is haar “alles”. Die hield haar warm tijdens eenzame nachten in haar auto. Ja, in haar auto, want een huis had ze niet.
Het is ook een triest leven met veel tranen en foute mannen. Vanaf haar jeugd gaat het al mis. Er is een eerdere “foute” vriend, waardoor ze met een kilo coke het vliegtuig in stapte en, natuurlijk, betrapt werd. En zo gaat het maar door.
Nu zit ze dan in tranen voor de rechter. Haar tranen lijken iets los te maken aan de ene kant van de zaal, maar achterin maakt het ook wat los bij de dames van de parketpolitie. Agente Krullenkopje kijkt mij van tijd tot tijd met grote ogen aan. Ik zie haar denken, "ach blérwijf".
Officier van Justitie Achilleshiel neemt het woord. Hij komt met een mooie passende eis die rekening houdt met de toestand van de vrouw. Dan is het de beurt aan advocaat Ikbenzobelangrijk. Hij schraapt zoals gebruikelijk onsmakelijk zijn keel en steekt een pleidooi, dat zo lang duurt dat zowel de officier van justitie als de rechters voorzichtig in slaap sukkelen. Ik blijf wakker en alert.

Ook al kost het me moeite.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten