maandag 21 september 2009

kilometers maken



Zaterdag, tocht naar Grachtengordelstad.

De route ken ik, wonderbaarlijk genoeg, na een keer fietsen al. Het kost dus geen enkele moeite om de weg naar Koekstad te vinden. Vlak voor de mooie Hanzestad kom ik een andere gerugzakte fietser tegen. Ik duik in zijn wiel en neem na verloop van tijd de kop over. Zo gaan we door tot in Koekstad. Bij eens stoplicht blijkt dat we beiden een heel stuk de zelfde kant opgaan en besluiten samen verder te gaan, wel zo gezellig.
In Aanslagdorp de eerste stop en dan gaan we door. Als we de Naald zijn gepasseerd en de grote weg naar Spoorknooppuntstad begint mijn reisgenoot nog heviger te zweten dan hij al deed. Plots is hij weg en ik hou in. Hijgend komt hij naast me en zegt dat het zwaar is, vals plat. Ik had het niet gemerkt, maar weet dat er hem nog iets te wachten staat, de komende 2o km is niet anders dan bulten en vals plat.
Bij het allereerste bultje ben ik hem weer kwijt, ik maak een sanitaire stop en wacht opnieuw. Twee bulten later ligt hij weer achter, ik minder vaart en wacht tot hij in de buurt zit. Dan fiets ik rustig verder. Even later is hij nergens meer te zien en geef ik het op en fiets alleen verder. Niet al te aardig misschien, maar ik heb nog meer dan 100 kilometer te gaan en dit kost me teveel tijd.
Vlak voor Spoorknooppuntstad krijg ik een lekke band. Damn, het gaat net zo lekker. Ik zoek een rustig plekje en trek het achterwiel er uit, vervang de band en fiets een paar minuten later weer verder. Met smerige handen, maar mijn volgende geplande stop is iets verderop. Bij een van de grappigste tankstations van het land, ze verkopen benzine en antiek. Ik mag mijn handen wassen en bestel een verse koffie.
Spoorknooppuntstad vlieg ik door en even later rij ik in de regio van bekend van radio en tv. Het is te merken, de eerste fietsoversteekplaats wordt geblokkeerd door een Porsche en tegemoet komende PeeCeehoofdtrekkers gaan geen centimeter aan de kant voor een eenzame fietser.
Grachtengordelstad is in zicht als ik een andere renner tegenkom. Opnieuw duik ik in de slipstream en fiets zo naar de stad. De renner wijst mij de kortste weg naar het centrum en even later fiets ik langs het voormalige Volkskrantcomplex richting de pont. Prachtig, fietsen in een drukke stad als dit. Niemand trekt zich iets van verkeersregels aan en ik besluit een extra rondje langs de grachten te doen voordat ik de pont pak.
Op het festivalterrein aangekomen mag mijn fiets niet mee. Ik vertel de dame bij het hek dat ik een slotloze fiets bij me heb die ik echt niet ga laten staan. Ze kijkt verbaasd, een fiets zonder slot in deze stad? Even later loop ik met de fiets aan de hand naar de Eet-O-Theek. Mijn broertje trekt direct de koelkast open en duwt me een heerlijk koel biertje in handen en twee seconden later komt er ook een bord eten bij. Super! Warm welkom. Achter de schermen mag ik een sessie van de voorstelling meemaken en zelfs helpen. Dan krijg ik een sleutel en fiets naar mijn overnachtingsplek. Daar ligt het matras voor de tv, met energiekoeken voor de zondag en een lieve brief. Voor de tv liggend breng ik de avond door totdat ik slaap.

Zondag, van Dam tot Dam

Zeven uur stipt gaat de wekker. Ik heb geen spierpijn en duik onder de douche, zet koffie en trek mijn fietskleding aan. Om half acht balanceer ik op fietsschoentjes met de fiets op de schouders de smalle trap af. Voor een autoloze zondag zijn er nog veel auto's op de weg, maar ik ben op tijd op de Dam. Als ik mijn stempel heb gehaald spot ik Vakbondshenk, de enige van de zondagse klup die dit jaar de tocht meefietst.
Om acht uur klinkt het startschot en zijn we met de eerste op pad. Een paar keer links, rechts en we duiken de IJtunnel in. Vakbondshenk heeft er zin in en zoekt een groepje snelle fietsers. Dit tot grote verbazing van een van hen, een jong fietsertje dat met een schrikblik kijkt naar de pensionado die plots naast hem opduikt.


De temperatuur is goed en ik heb spijt dat ik mijn jasje meegenomen heb. Dacht dat het nog wel eens lang fris kon zijn, maar om 9 uur is het al warm. Ik trek het uit en prop het in mijn overvolle nieuwe fietsshirt. Een bult meer of minder op de rug, daar merk ik niets van. Ondertussen passeren we het ene na het andere plaatsje met een Dam in de naam.
Bij de eerste verzorgingspost moet ik even bijtanken en pak twee krentenbollen en een beker sportdrank. Mijn klupgenoot wil al snel verder en ik moet hem daar wel gelijk in geven, maar mijn teller staat inmiddels rond de 220 afgelegde kilometers. Dan fietsen we weer verder, terwijl ik de laatste resten krentenbol weg hap. Opnieuw zoeken we aansluiting, de wind is toegenomen en we rijden er recht tegenin. Ondertussen geniet ik van het landschap. Overal water, dan weer uitgestrekte koolvelden, plaatsjes met schattige huisjes, alsof je door een 17e eeuws schilderij fietst.
Dan draait de route en rijden we richting Palingsounddorp en fietsen de dijk op. Plots wordt het uitzicht prachtig, het mooiste stukje van de route aldus Vakbondshenk, die ondertussen gestaag door blijft fietsen. Langzaam komt ook de skyline van Grachtengordelstad in zicht. Het havenplaatsje ervoor is elk jaar een crime om doorheen te komen. Zeker dit jaar, twee fietsers liggen, omgeven door ambulancepersoneel, op straat. En auto die weigerde uit te wijken? Geen idee, maar er staan genoeg mensen te kijken en we fietsen door, naar de Dam. Om half 2 rijden we over de finish, een recordtijd voor deze 140 kilometer lange tocht.
Bij de finish stempel ik de kaarten af en neem een foeilelijke medaille in ontvangst. Bij de tap haal ik twee sportdrankjes die we, op de fiets zittend want staand drinken mag niet in deze stad, opdrinken. Dan zoeken we een plek om nog even na te zitten, nog even gezellig wat te babbelen.
Na een douche spring ik opnieuw op de fiets richting de pont. Ik moet de sleutel nog afgeven. Opnieuw mag ik het terrein niet op met fiets en dus loop ik met de fiets aan de hand naar de tent van het eettheatertje. Binnen wordt een schaap klaargemaakt voor de afterparty en ik proef nog even de sfeer, bedank mijn lieve gastvrouw en heer en ga naar het station.
Op het station een laatste verrassing. De door mij bestelde maar nog niet betaalde pizza wordt in mijn handen gedrukt en voordat ik kan afrekenen is de pizzaboer 5 meter verderop een nieuwe klant aan het helpen. Ja, als het zo onvriendelijk moet, dan bekijk je het ook maar denk ik en spring in een overvolle trein naar huis.
De eindstand van mijn twee dagen fietsen is 345 km! En niet eens echte spierpijn, hoogstens wat moeie benen.

2 opmerkingen: