Zo sta ik opeens aan de telefoon met mijn vroegere juf van de Torenstadse basisschool. De wereld is klein blijkt maar weer eens, de juf van vroeger is de zus van een zondagse fietsvriend (die op zijn beurt weer de meester van Buurman Krattenstapelaar was).
Ik sta achter de bar van ons Kluphuis, we hebben net een stevige tocht achter de rug, en ik krijg de telefoon plots in handen gedrukt. Mijn naam zegt haar nog wel iets, net als die van mijn vader, indertijd hoofd van een andere basisschool. We wisselen wat algemeenheden uit, ze zegt me direct in de doos met klassenfoto's te duiken en vraagt me waar ergens ik op de foto sta. Dan nemen we afscheid en hangen op.
Mijn fietsvriend vraagt wat ik nog weet van de periode op die school. Ik moet toegeven, veel is het niet. Ik weet nog dat ik twee keer van het hek ben gevallen, één keer voorover op mijn kin, het litteken zit er nog, en één keer achterover. In beide gevallen heb ik een spoor van bloeddruppels achtergelaten op het schoolplein waarna de overbuurmeisjes er spontaan een hinkelbaan van maakten. Verder weet ik iets van palmpasen en dan wordt het leeg in mijn hoofd. Ik heb er maar kort gezeten, net als de andere basisscholen, in zes jaar versleet ik er vier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten