Als ik in de buurt van het Achterlandse L.A. kom wordt het donker. Gelukkig heb ik licht op de reesfiets en kan het aan. Voor de zekerheid trek ik ook nog een knipperbandje om de linkerarm, ik zal gezien worden als ik mij vanaf het viaduct het dorp in stort. In mijn benen iets meer dan een uur en een kwartier met een gemiddelde van 29,3.
Ik heb net een weekje of wat niet op mijn fiets gezeten. Een verkoudheidje weerhield mij ervan. Een kwestie van adem tekort en een overschot aan snot. Als ik dus thuis wegfiets, en de zon aan de horizon zakt, voel ik het meteen. Stijve spieren die lang nodig hebben om warm te worden en zich lang verzetten tegen mijn ronddraaiende trapbewegingen. Pas als ik Vestingstad Grolle binnenfiets kom ik een beetje op gang en vlieg ik in de richting van Baasje.
Zondagmorgen schijnt de zon volop als Krien en ik het huis uit worden gezet. Beiden in sportkleding krijgen we de opdracht om rond de klok van enen aan de brunchdis plaats te nemen. Nog even poseren en dan gaan we allemaal op pad. Krien wordt ergens in het buitengebied uit de auto gezet en moet maar zien al hardlopende thuis te komen.
Zelf richt ik het stuur van mijn Red Bull in de richting van zijn geboorteplaats en ik fiets het dorp uit. Ook nu zijn de eerste kilometers een hel. Alles doet pijn en zoals iedere keer vraag ik me af waar ik in godsnaam mee bezig ben. Ondertussen ben ik in de buurt van Boekendorp als ik mijn inspriratie zie. Voor mijn ploeteren diverse mountainbikers over de weg. Ik geef gas en terwijl ik ze met een lekker vaartje inhaal roep ik vrolijk "een goede morgen heren". Dan spurt ik er vandoor.
Vlak voor de grens rij ik de eerste bult die ik tegenkom op en kom via een aantal prachtige zandpaden uit op een Oosterbuurs weggetje.
Ik ben hier nog nooit geweest, maar het is prachtig. In de verte zie ik de geboorteplaats van mijn Red Bull maar ik besluit in noordelijke richting te gaan. Op naar Steengroevendorp. De route slingert zich over, langs en op de grens. Ik geniet en trek me niets aan van de wind die duizenden bladeren rond mijn hoofd doet dwarrelen.
In mijn hoofd heb ik nog en afdaling staan waar ik mijn record moet kunnen verbreken, de afdaling bij het terpdorp Vraagwatginder. Bij zalencentrum Beneman schakel ik steeds zwaarder totdat ik op het hoogste punt ben. Dan stort ik me naar beneden. Met het oog op mijn teller trap ik uit alle macht.48, 49,50,51,52,53,54,55 en een beetje zie ik op de teller verschijnen. Record verbroken!
Even later zit ik tevreden en op tijd aan e brunchdis. Honger!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten