Voor me op de Sonnenweg lopen vier stokjesdames. Twee aan twee nemen ze bijna de hele weg in beslag. Als ik een meter of vijfentwintig achter ze ben rinkel ik een paar keer met mijn fietsbel. Het is maar goed dat ik wat langzamer ben gaan fietsen en de handen al aan de remmen heb. De dames stuiven in alle richtingen uiteen. Een fladdert er naar rechts en komt voor mijn fiets terecht, een tweede gaat bijna van de schrik vlak voor mijn neus om van de schrik, terwijl een derde nog net de sloot naast de weg kan ontwijken. Wat de vierde doet krijg ik niet meer mee. Ik ben te druk om overeind te blijven en tussen de algehele verwarring door te fietsen. De dames kwetteren "mein Gott, ach Himmel, ja das ist Blöd!" waarop ik ze vertel dat het natuurlijk "Blödsinn" is om bij achteropkomend verkeer op het vasteland naar rechts uit te wijken. Dan ben ik de bocht door. Ik krijg niet meer mee wat er tussen de dames en de achter mij rijdende PKW voorvalt, maar het voertuig haalt mij even later zonder problemen in.
Even later ben ik de grens weer over. Op het smalle fietspad voor me doemt een hardloper op. Opnieuw minder ik vaart en bel ik vrij stevig en lang. De loper vertrekt geen spier en hoort mij niet. Ook niet als ik op een halve meter achter hem nog eens bel. Ik besluit de man verder met rust te laten en blijf rustig achter hem fietsen. Mijn banden knetteren over de gevallen bladeren, mijn remmen piepen en ik veroorzaak nog veel meer lawaai, de hardloper merkt niet en rent door. Doof is mijn conclusie, de man is ook al op leeftijd. Aan het einde van het pad slaat hij rechtsaf terwijl ik naar links fiets. Een blik op mijn teller geeft aan dat het me een paar tienden heeft gekost. Uiteindelijk kom ik thuis, met 31,7 km in de benen met een gemiddelde van 28,92. Het kan beter, ik weet het. Veiligheid ging voor.
Even later ben ik de grens weer over. Op het smalle fietspad voor me doemt een hardloper op. Opnieuw minder ik vaart en bel ik vrij stevig en lang. De loper vertrekt geen spier en hoort mij niet. Ook niet als ik op een halve meter achter hem nog eens bel. Ik besluit de man verder met rust te laten en blijf rustig achter hem fietsen. Mijn banden knetteren over de gevallen bladeren, mijn remmen piepen en ik veroorzaak nog veel meer lawaai, de hardloper merkt niet en rent door. Doof is mijn conclusie, de man is ook al op leeftijd. Aan het einde van het pad slaat hij rechtsaf terwijl ik naar links fiets. Een blik op mijn teller geeft aan dat het me een paar tienden heeft gekost. Uiteindelijk kom ik thuis, met 31,7 km in de benen met een gemiddelde van 28,92. Het kan beter, ik weet het. Veiligheid ging voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten