Buiten in de tuin rinkelt het vogelafschrikalarm, een klingelklangelgeval dat de gevederde beestjes moet waarschuwen dat KlaasKat in aantocht is. Ik schiet uit bed en kijk uit het raam. Niets, geen zwartgekleurd monster te zien. Dan klinkt op de overloop het belletje van Klaaskat. Ik neem voorzichtig een kijkje om de hoek van de deur. Een paar glimmende kattenogen kijken mij aan. In zijn bek een klein verschrikt vogeltje.
Inmiddels weet ik dat een wilde achtervolging zinloos is dus ik loop voorzichtig achter KlaasKat de trap af. Op het kleed in de woonkamer begint hij te spelen met het vogeltje. Plots fladdert er wat door de kamer. Een zeer levendig vogeltje dat voor het klapraam gaat zitten. Terwijl ik probeer om het raam open te doen wordt KlaasKat helemaal gek. Hij ziet zijn heerlijke ontbijtje al aan de horizon verdwijnen en klimt als een dolle langs de stoel en mij omhoog. Ik gil het uit van de pijn, meneer gebruikt al zijn nagels om maar zo snel mogelijk bij zijn buit te komen.
Inmiddels weet ik dat een wilde achtervolging zinloos is dus ik loop voorzichtig achter KlaasKat de trap af. Op het kleed in de woonkamer begint hij te spelen met het vogeltje. Plots fladdert er wat door de kamer. Een zeer levendig vogeltje dat voor het klapraam gaat zitten. Terwijl ik probeer om het raam open te doen wordt KlaasKat helemaal gek. Hij ziet zijn heerlijke ontbijtje al aan de horizon verdwijnen en klimt als een dolle langs de stoel en mij omhoog. Ik gil het uit van de pijn, meneer gebruikt al zijn nagels om maar zo snel mogelijk bij zijn buit te komen.
Vlak voordat hij op mijn hoofd staat grijp ik hem. Krien schiet te hulp en laat het vogeltje eruit, het verdwijnt inderdaad spoorloos aan de horizon. KlaasKat is zwaar teleurgesteld, klagelijk zit hij te miauwen en hij biljft proberen om bij het raampje te komen. Voor de zekerheid doe ik even alles op slot, het komende uur blijft hij maar even binnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten