Krien en ik doen dus een weekje vakantievrij. Elkaar ook eens bij daglicht in de ogen kijken, samen wat leuks doen. Even een dagje weg naar Elektrieslichtstad, het museum daar is altijd de moeite waard en gratis toegankelijk voor Rembrandtkaarthouders.
We zijn goed voorbereid, de route is geprint (tijdens de rit speel ik gewoon voor Tomx2) en de boterhammen zijn gesmeerd. Onderweg geen file en uiteindelijk weten we ook een parkeerplaats te vinden en het museum te traceren. Missie geslaagd dus en met frisse zin duiken we eerst het restaurant in, kunst kijken op een volle maag is prettiger dan met een leeg exemplaar.
We plaatsen na een lange wachttijd eindelijk onze bestelling die drie kwartier later nog steeds niet op tafel staat. We zijn niet de enigen die te lang moeten wachten. Overal om ons heen mopperen mensen. Als we zelf voorzichtig informeren krijgen we vrolijk te horen dan de door mij bestelde paninitostie met kaas en parmaham natuurlijk niet binnen twee tellen klaar is.
Op het moment dat ik besluit definitief af te zien van mijn bestelling verschijnt mijn broodje toch. Een simpel stokbroodje dat nooit een bereidingtijd van drie kwartier nodig heeft gehad. Maar goed, mijn bijbehorende biertje is inmiddels lauw en ik heb echt trek dus ik zet mijn tanden erin. Niet heel bijzonder, maar wel vulbaar.
Als het eten op is lopen we door het museum heen. We vallen van de ene in de andere verrassing. De eigen collectie, prachtig tentoongesteld, maakt van ons twee blije mensen, de inspiratie druipt uit alle zalen en we hebben uren nodig om alles tot ons te nemen. Daarna vullen we de parkeermeter bij en duiken we de stad in.
Het is lang geleden dat we hier waren en we zoeken een gezellig eetadresje. Dan krijg ik plots enorme buikkrampen en wanhopig zoek ik een publiek toilet. In de winkelstraat duikt een warenhuis op en ik ren naar de vierde etage waar ik opluchting vind. Dan lopen we verder, een beetje windowshopping, af en toe ergens naar binnen. Totdat ik opnieuw kramp krijg. Het is een paar minuten voor zes als ik in een volgend warenhuis de toiletten vind. Ik voel me intussen echt niet prettig, het zweet breekt me uit en ik voel me net een natte waslap. Krien besluit dat er van een etentje niets komt. "We gaan nu naar huis" zegt ze resoluut en in de auto doe je je ogen maar lekker dicht.
Ergens in de buurt van Koekstad word ik wakker, het is donker en van de hele route heb ik niets meegekregen. "Hlllebullup" beschrijf ik mijn lichamelijke situatie aan Krien. Thuis duik ik onder een deken op de bank, lekker warm. En terwijl ik daar lig weet ik zeker wat de veroorzaker is van mijn ellende. Eén panini uit een Elektrieslichtstads museumrestaurant. Lange wachttijden en langdurig plezier...
woensdag 3 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Tja, dan kun je beter in de vuurkorf voorverwarmde frikandellen eten...
BeantwoordenVerwijderen