Op de grens bega ik de onvergefelijke fout om een peloton van zeker twintig wielrenners in te halen. Ik rij vanaf huis al volle bak en ik knal er echt overheen. Binnen no time heb ik een flinke voorsprong als ik zie dat ze zich gaan opmaken om mij terug te pakken.
Eén tegen twintig, dat is natuurlijk kansloos, maar ik zie het als een goede training voor het NK. Ik buig nog eens wat dieper over het stuur, schakel een tandje zwaarder en trap eens goed op de pedalen.
Van tijd tot tijd werp ik een vlugge blik naar achteren en zie, mijn voorsprong loopt op. Mijn hartslag ook, rond de 150 tikt het in de borstkas. De benen voelen oersterk, het fietsen op de hometrainer tijdens de gebroken arm periode heeft goed gedaan. Net als mijn nieuwe schoenen, de carbon zolen geven een beter platform om de kracht over te brengen.
Links de Zonnenweg in, de snelheid neemt toe op het valse plat en als ik bijna bij de eerste bocht ben vang ik nog een glimp van een voortrazend peloton. Aan het einde van het tweede stuk zie ik niets meer.
Toch blijf ik doorrijden als door de duivel op de hielen gezeten. Heerlijk, het zweet loopt in straaltjes van me af, het snot schiet met grote fluimen het struikgewas in. De gebruikelijke omweg langs het bruggetje laat ik achterwege, doorfietsen. Ook de meegenomen energiereep blijft in mijn zak, geen tijd en thuis eet ik wel weer wat.
In de stad ga ik dwars door twee rode verkeerslichten op verder lege kruisingen. Ik blijf hard doortrappen tot ik voor de deur stop. Heerlijk! Fantastisch! Ik heb zojuist mijn eerste race gewonnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten