Het is altijd weer even wennen. Rondreizend in Stokbroodkaasenwijnland kom je op elke straathoek of bergrug iets ouds tegen. Een kasteeltje hier, een oud abdijtje daar, een Romeinse opgraving links en een Romeinse brug rechts. Als je nog beter kijkt en zoekt valt er nog veel meer te zien. Behalve de zichtbare, en soms zelfs onderhouden ruïne's, staat het land vol met oude meuk. Een oud middeleeuws fort ergens in een achtertuin of een nog oudere kapel achter prikkeldraad. Zonder goede detailkaart nooit gevonden of gezien.
Een tijd lang verbaas je je over de schijnbare achterloosheid waarop de inwoners van Stokbroodkaasenwijnland omgaan met hun geschiedenis. Zelf wonende in een stad ie nog niet zo lang geleden zijn oudste pand sloopte, wat langer geleden een stadsbrand en een oorlogbombardement te verduren kreeg en waar de enige oudheid in het museum te vinden is, gaat het jubeldejubel bij het zien van elke steenhoop. Dagen later, na vele steenhopen gezien te hebben, bekruipt het gevoel dat je opnieuw voor de zoveelste "oude meuk" staat. En precies op dat moment is het tijd om de knip te trekken en er eens binnen te gaan kijken. Eén blik over de omgeving vanaf een kasteeltoren brengt het jubelgevoel dan weer helemaal terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten